Niet wachten? Wij bellen u terug Vul deze vragenlijst in

Beantwoord de korte vragen en de assistente belt u terug voor een afspraak.
U hoeft dan niet in de wachtrij te staan.

Wilt u liever aan de lijn blijven of zelf bellen? Houd dan rekening met een langere wachttijd.
Zoeken
Kies uw taal

Endometriose

Wat is Endometriose?

Op uw baarmoederwand zit een slijmvlies. Dit slijmvlies blijft groeien en gaat uit uw lichaam eens in de maand. Dit is ook wel bekend als ongesteldheid. Wanneer u endometriose heeft, zit dit slijmvlies ook op andere plekken in uw lichaam. Dit slijmvlies kan bijvoorbeeld zitten op uw: eierstokken, baarmoeder, blaas of darmen.

Endometriose komt het meest voor bij vrouwen tussen de 20 en 55 jaar. Soms kan endometriose voorkomen bij tieners (onder de 20 jaar) of bij vrouwen na de overgang (vaak boven de 55 jaar). Endometriose komt voor bij ongeveer 10% van de vrouwen. Dit wil zeggen dat ongeveer 1 op de 10 vrouwen endometriose heeft. Endometriose kan voorkomen door erfelijkheid. Hierdoor komt endometriose bij sommige families vaker voor.

Welke klachten heb ik bij Endometriose?

Niet alle vrouwen met endometriose hebben klachten of merken dit. Bij sommige vrouwen zijn de klachten heftiger dan bij andere vrouwen. Ook kan de pijn heftiger of minder heftig zijn dan de andere keer.
Klachten die u kunt ervaren zijn:

Naast de bovenstaande klachten kunnen tieners ook andere klachten ervaren, zoals:

Wat kan ik zelf doen bij Endometriose?

Als u endometriose hebt en veel pijn ervaart, kunt u de volgende adviezen volgen:

U kunt ook beginnen met een pijndagboek bijhouden. Op deze manier kan de huisarts u beter helpen met het bepalen of u endometriose hebt. Een aantal dingen die u kunt bijhouden zijn:

Wanneer moet ik naar de dokter bij Endometriose?

Als u denkt dat u endometriose hebt en dit nog niet vastgesteld is door de huisarts, moet u altijd de huisarts bellen.

Als er al wel door een arts is vastgesteld dat u endometriose heeft, helpen de adviezen en medicijnen om de pijn te verlichten. Als dit niet het geval is, kunt u met de huisarts overleggen wat andere mogelijke oplossingen zijn.